Marianne woont en werkt samen met haar man in een vluchtelingenkamp op Lesbos. Op Meet you in the field deelt ze de schrijnende, hartverscheurende verhalen die ze daar van dichtbij meemaakt.
Ze heeft het gehaald. Hana is het land uit. Herinner je je haar nog? Die vrouw waar ik een poosje geleden over vertelde, die in huilen uitbarstte omdat ik zo lief voor haar was? Ze had niemand meer, behalve haar nieuwe man. Bij ons afscheid zie ik nog steeds (of opnieuw) de blauwe plekken die me duidelijk maakten waar ze elke dag mee te maken krijgt. Voor ze weggaat drukt ze me nog een zelfgemaakte tekening met daarop de tekst ‘set yourself free’ in de hand. Met vochtige ogen geeft ze me een laatste kus op de wang. Nu is ze weer op de vlucht, op zoek naar manieren om een nieuw leven op te bouwen. Ik voel blijdschap, maar realiseer me ook: ze is écht alleen op de wereld.
Elke dag sta ik oog in oog met verdriet. Dagelijks zie ik de pijn in de ogen van mensen na het horen van slecht. Tranen van onmacht als mensen de hun voorgeschreven medicijnen niet kunnen betalen. Vernedering als een man van zeventig te horen krijgt dat hij niet meer water mag hebben. Verslagenheid om wat zo mooi ‘institutioneel geweld’ wordt genoemd.
Zonder hoop geen leven
Ik realiseer me dat deze plek me laat zien en voelen hoe het leven is. Hard, maar ook prachtig. Lelijk, maar soms mooi. Ik kijk naar de vrouw die ons haar verhaal vertelt voor ons ons boek. Ze legt uit dat ze gedwongen werd om voor Al Shabab te werken en daarom het land uit moest vluchten. Ze zit voorovergebogen op een oud matras, krukken naast het bed. Vanaf jonge leeftijd kan ze niet meer zonder hulp lopen vanwege polio. En nu zit ze hier – al meer dan drie jaar en veel afwijzingen verder – te vertellen over haar vlucht. Ze vervolgt: ‘Ik moest mezelf opblazen met een bomgordel en daarom ben ik gegaan.’
Weer voel ik me boos, verdrietig, machteloos. Eerlijk? Ik kan wel janken. Blij dat Annerieke het gesprek voert, kijk ik nog eens naar de vrouw tegenover me. Na de vraag hoe het kan dat ze nog zo vaak vrolijk is, breekt er een lach door op haar gezicht en zonder aarzelen antwoordt ze: ‘zonder hoop kun je niet leven.’
Er is nog hoop
Ik slik. Door momenten zoals deze besef ik dat het waar is. Als ik het zelf niet meer geloof, zijn het de mensen hier die het míj moeten leren.
Er is nog hoop. Er is nog toekomst. Er is liefde.
Ook voor Hana.
1 gedachte over “Marianne werkt op Lesbos (7): ‘Ik moest mezelf opblazen met een bomgordel’”
Hoi Marianne, bedankt voor je prachtige, aangrijpende blogs. Je brengt het leven in de vluchtelingenkampen zo dichtbij en mijn hart huilt om alle pijn die deze mensen moeten doorstaan. Dankjewel dat je hun verhalen met de wereld wilt delen. Ik hoop dat ze door iedereen gehoord zullen worden.