Zolang we status belangrijker vinden dan ambitie, zullen verhalen als die over NOS Sport nooit opdrogen

Eindredacteur Gerda werkte ooit voor NOS Sport. De verhalen die er over haar oud-werkgever naar buiten komen zijn voor haar geen verrassing, maar ze maken haar wel verdrietig: ‘Ik heb medelijden met mijn oud-collega’s. Ja, ik neem ze ook een hoop kwalijk. Maar tegelijkertijd denk ik dat ze echt niet beter wisten.’

Zeven jaar geleden kreeg ik een baan bij NOS Sport. Ik was een jonge journalist en had niet lang daarvoor ontslag genomen bij een regionale omroep, omdat ik maar niet kon wennen aan de sfeer die daar op de redactie hing. Mijn sollicitatiegesprek bij NOS Sport voelde als gebedsverhoring. Al mijn hele leven lang droomde ik ervan om in de sportjournalistiek te mogen werken en nu werd ik (als vrouw!) uit veertig sollicitanten uitverkoren om dé sportredactie van Nederland te komen versterken. In gedachten zag ik al helemaal voor me hoe ik de komende jaren de journalistieke ladder zou beklimmen. Kon dit de ingang zijn die ik voor mijn loopbaan nodig had? Ik was nu immers ‘binnen’ bij een van de grootste journalistieke organisaties van Nederland!

Met 10-0 achter

Wat ik niet wist, was dat ik, ondanks de succesvolle afloop van mijn sollicitatieprocedure, onmiddellijk al met 10-0 achterstond. Ik had geen familieleden op de redactie, geen vrienden of kennissen en evenmin een bekende achternaam. Met hoeveel lof en fanfare ik ook werd binnengehaald, op de werkvloer van NOS Sport was ik een nobody. Letterlijk, want niemand zag me staan. Hoe ambitieus ik ook was, ik telde niet mee. En, zo ontdekte ik algauw, ik zou ook nooit iemand worden. Niet zolang de grote NOS-kopstukken de touwtjes op de werkvloer nog zo stevig in handen hadden.

Het nieuws dat er in de afgelopen maanden over NOS Sport naar buiten kwam maakt me verdrietig. Het valt niet mee om te verwerken dat de mensen die ik bewonderde, tegen wie ik opkeek, keihard van hun voetstuk zijn gedonderd. Dat collega’s met wie ik het goed dacht te kunnen vinden er een dubbelleven op na bleken te houden. Maar tegelijkertijd ben ik ook niet erg verbaasd. En dat ik niet verbaasd ben, dat maakt me eigenlijk nog wel het verdrietigst.

Dikkere huid

Uiteindelijk heb ik een jaar bij NOS Sport gewerkt. In dat jaar heb ik me vaak – ook hardop – afgevraagd of de sfeer op de redactie wel helemaal oké was. Hoe het kon dat ik zoveel jonge, veelbelovende collega’s via de achterdeur zag vertrekken, terwijl de oude garde hun werktijd doodde met het kijken van Youtubefilmpjes en schelden op collega’s. Hoe het kon dat niemand ingreep als er weer eens vrouwonvriendelijke of racistische taal werd uitgeslagen. Hoe het kon dat zaken als vriendjespolitiek en nepotisme onderdeel waren geworden van de bedrijfscultuur en dat niemand daar vraagtekens bij zette. ‘Zo gaat dat hier nou eenmaal,’ was het antwoord. En: ‘Je went er vanzelf aan.’ En ik dacht dat ze gelijk hadden. Misschien was ik met mijn christelijke achtergrond gewoon niet zoveel gewend. Misschien moest ik gewoon een wat dikkere huid krijgen, wat meer voor mezelf opkomen.

Die dikkere huid kreeg ik, maar toen ik na een jaar hoorde dat mijn contract niet verlengd zou worden, besloot ik dat ik er klaar mee was. Ik was klaar met de journalistiek, maar ook met het bedrijfsleven. En dus gooide ik het roer om. Ik maakte een carrièreswitch en werd freelancer. Ik besefte dat de giftige werksfeer die ik bij NOS Sport had gevoeld, ook de reden was geweest waarom ik eerder ontslag had genomen bij die regionale omroep. Ook daar waren het de kopstukken geweest die op de redactie de dienst uitmaakten. Ik voelde me niet serieus genomen en had als jonge, weliswaar ambitieuze, journalist geen schijn van kans tegen de onaantastbaarheid van sommige collega’s.

De zoon van

Ik ben niet per se gemaakt voor het freelancebestaan en verlang nog regelmatig naar een vaste aanstelling. Maar de vrijheid die ik als freelancer vind, de ruimte om mezelf te ontwikkelen, om werkervaring op te doen bij verschillende opdrachtgevers, die vond ik op de journalistieke redacties waarop ik gewerkt heb niet. Bij NOS Sport telde je pas mee als je een bepaalde status had. Die status ging niet over je kwaliteiten als journalist, maar over je dienstjaren, de familie waaruit je kwam (en in hoeverre die bij de NOS had gewerkt) of het aantal keer waarop je met je kop op tv kwam. Wanneer je eenmaal die status had bereikt, was je onfeilbaar. Onschendbaar. Dan trad je als vanzelf toe tot het grote NOS-bolwerk, waar geen enkele pijl jou nog kon raken.

Ter illustratie: het contract van de collega die tegelijk met mij op de redactie begonnen was, werd wel verlengd. Hij was de zoon vaan een bekende Nederlandse tv-persoonlijkheid.

Maar, vraag ik me nu af, is het in de rest van de journalistiek dan zoveel anders? Hoe kan het dat ik in de kranten die ik lees al mijn hele leven lang dezelfde namen tegenkom? Hoe kan het dat zoveel jonge journalisten tegenwoordig, soms tegen wil en dank, freelancer zijn, en dan ook nog tegen onderbetaalde tarieven?  Zelfs al zou ruim driekwart van hen liever een vast dienstverband willen? Zou dat misschien, heel misschien, kunnen komen doordat ‘het pluche’ nog altijd dienst uitmaakt? De bekende namen? De boomers met de vaste contracten, die soms al hun hele werkende leven op dezelfde redactie rondlopen en zichzelf om die reden als vanzelf op de borst kloppen omdat zij de seniors van de werkvloer zijn?

De neiging hebben meer te willen

Heel eerlijk? Ik heb medelijden met mijn voormalige hoofdredacteuren, met mijn oud-collega’s die van het ene op het andere moment uit hun veilige bolwerk zijn verbannen. Ja, ik neem ze ook een hoop kwalijk. Maar tegelijkertijd denk ik dat ze echt niet beter wisten. Als zelfs onze minister-president ogenschijnlijk gemakkelijk de ene na de andere affaire van zijn schouders laat glijden en geen enkele reden ziet om op te stappen, ook al hebben duizenden burgers hun beklag bij hem gedaan over de manier waarop ze behandeld zijn – van wie moeten we dan leren wat daadkrachtig, genuanceerd, begripvol leiderschap écht inhoudt?

‘De aard van macht is zodanig dat zelfs degenen die er niet naar hebben gezocht, maar het noodgedwongen hebben gekregen, de neiging hebben meer te willen,’ schreef de Engelse schrijver Aldous Huxley in zijn roman Brave New World. En op die macht is onze samenleving gestoeld. Niet alleen de politiek, maar ook de journalistiek en het bedrijfsleven. Zolang we status, dienstjaren en vaste contracten belangrijker vinden dan ambitie, talent en effectief leiderschap, zullen verhalen als die over NOS Sport nooit opdrogen.

Wie zich achter zijn eigen bolwerken blijft verschuilen, zal nooit weten dat er ook een wereld daarbuiten is. Want zodra je omhoog komt om even over de muur te gluren, zul je ontdekken dat er zich aan de andere kant van die muur iemand bevindt die misschien anders over dingen denkt dan jij. En dat kan confronterend zijn als je gewend bent om altijd gelijk te krijgen. Maar confrontatie is soms noodzakelijk om het grotere plaatje te kunnen zien.

Verlaat je bolwerk

En dus roep ik iedereen die zit vastgeroest in een bepaalde organisatie of levensstijl op om zijn of haar bolwerk te verlaten. Solliciteer eens bij een ander bedrijf, of desnoods bij een andere afdeling. Ruil eens een paar weken van functie met een collega. Ervaar eens hoe het voelt om weer helemaal onderaan de ladder te moeten beginnen, om weer even degene te zijn met de minste ervaring. En leer ervan. De jonge generatie freelancers en flexers doet dat al, zij het noodgedwongen. Nu is het de beurt aan de generatie van hun ouders.

Gerda Lok-Bijzet

Gerda Lok-Bijzet

Gerda (1989) is, naast eindredacteur van Meet you in the field, ook schrijver en literair vertaler. Ze houdt van boeken, koken, taartjes eten, een goede kop koffie en (trein)reizen. Op haar eigen introverte wijze strijdt ze voor een betere, gelijkere, vrouwvriendelijkere wereld. Ze woont met haar man en dochter in Zwolle.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees hier ook:

Het gevecht

Stille tranen lopen over zijn wangen en zijn pijn is voelbaar. Zonder dat ik ook nog maar iets over zijn verhaal weet, voel ik met hem mee.

Schaamte

Schaamte is een emotie die we als mens allemaal kennen en schaamte is een van de meest onderschatte emoties.

Meet you recenseert: Ieder moment heilig

Nog niet zolang geleden kreeg ik het boek ‘Ieder moment heilig’ in handen. Sinds ik meer lees over wat gebeden voor anderen betekenen, ontstond er in mij een zoektocht naar iets wat vergelijkbaar is met het Common Book of Prayer. En nu ís er een boek wat hierop lijkt, in het Nederlands uitgegeven! Dit boek is er voor iedereen die verlangt naar meer van God.

Blijf op de hoogte

  •  *
  •  *
    naam@bedrijf.nl